back to top

In memoriam Paolo

Paolo (1963-2024) en ik waren zeventien jaar bevriend. Zeventien jaar, zes maanden en vijf dagen, zou Paolo (spreek uit Paulo) zeggen. Ik kwam destijds viermaal per week ’s avonds uit Station Zuid. Op een dag stond Paolo er met de straatkrant. Ik kreeg mijn fiets niet uit het rek gewurmd en vroeg om hulp. Zo maakten we kennis. Hij was Italiaan en sprak meestal Engels. Ik sprak Nederlands terug en zo leerde Paolo een heel eigen Nederlands dat door de jaren heen steeds beter werd. Na mijn pensionering bleef ik hem bezoeken.

Paolo was zeer intelligent en zeer belezen. Op zijn veertiende jaar was hij in Ravenna – waar hij opgroeide – lid van drie bibliotheken en leende bij alle drie het wekelijkse maximum aan boeken. Toen Paolo een keer bij ons kwam eten, bleek hij – in een discussie met mijn partner Frans – goed op de hoogte te zijn van het Franse filosofiedebat in de jaren zeventig. Iets wat mij totaal boven de pet ging!
Paolo had een grote kennis van sterrenbeelden – hij wist van elke klant de naam en het sterrenbeeld. Zijn tweede specialiteit waren de kabbalistische tekens. Daarmee kon hij elke extreme bewering onderbouwen. In het woord Amsterdam zat Am en Ster en D en Am – dit zijn mijn woorden – en elk deel had een betekenis en aan het eind van het verhaal had Paolo gelijk. ‘Ik kán ongelijk hebben’, zei hij dan, maar duidelijk was dat hij het toch echt bij het rechte eind had. ‘Ik weet het driehonderd procent zeker!’ Of: ‘Mijn neus zegt’ (vinger tegen de neus) ‘dat dit niet klopt.’

Paolo was op de Zeevaartschool geweest. Dat liep mis, misschien omdat hij allergisch voor autoriteiten was. Daarvoor en daarna werkte hij in de meest uiteenlopende beroepen. Hij deed zijn werk graag snel en goed. Maar als de baas vervelend was, hield hij ermee op.
Hij gaf me zijn handgeschreven cv: een lijst met 41 beroepen, die hij van één dag tot zeven jaar had volgehouden. Op zijn veertiende was hij hulpkok in visrestaurant Da Baroni, in Marina di Ravenna. In de jaren tachtig was hij diskjockey bij Radio Azzurra. Vanaf 1987 werkte hij – afgewisseld met andere banen – op cruiseschepen als ober of piccolo en bezocht Zuid-Amerika, Noord-Afrika, het Verre Oosten en de VS. Het leverde veel mensenkennis op. Rond 2000 kwam hij in Amsterdam, waar hij anderhalf jaar in het Oosterdok ’s avonds de post sorteerde. Door een val liep hij een schouderblessure op en verloor zijn baan. Een plek om te wonen had hij niet gevonden, hij sliep onder bruggen. Zijn uitkering stopte, zijn bankrekening werd geblokkeerd. Hij liep dagelijks vele uren door de stad.
De straatkrant bracht redding. Na diverse andere plekken vond hij zijn stek bij Station Zuid. Hij had zeer veel klanten en vrienden – maar mensen keerden zich ook van hem af omdat hij zijn politieke mening niet onder stoelen of banken stak! Van christenen en socialisten moest hij niet veel hebben. En dat waren nu juist mensen die hem steunden.
Veel passanten gaven Paolo eten. Meestal vond hij het vies: hij kwam uit een familie van
Italiaanse koks… Maar hij gaf alles door. Er was een heel circuit om hem heen van mensen die dat ophaalden en soms een sigaret of iets anders teruggaven. Hij had een luisterend oor voor mensen met problemen en gaf graag raad. Je kon ook hartelijk met hem lachen.

Zijn grote frustratie was dat hij meende dat hij Amsterdam een methode aan de hand gedaan had om criminaliteit te bestrijden. Uit geheime boodschappen, soms in zijn dromen, had hij begrepen dat dit erkend werd. Maar de beloofde beloning bleef uit. Ook grote bedrijven werden rijk met zijn methode zonder tegenprestatie. Hij, arme dakloze, was bestolen door de rijken. En toen werd ook nog de shag onbetaalbaar! Het was uitzichtloos en het is hem te veel geworden.
Paolo, je was een ware vriend!

Door An Huitzing

Ander Nieuws

Meer Straatkrant wereldwijd